Ongekend in Roosendaal

Het verhaal van Geoffrey

De meeste Roosendalers hebben het werk van kunstenaar Geoffrey Wijn, wellicht ongemerkt, in handen gehad. In 2017 maakte hij het ontwerp voor de Neutbon met de St. Jan en een dansende Tullepetaon. ‘Schilderijtjes maken is voor mij het leukste dat er is.’

In de werkplaats van de Roosendaalse kunstenaar Geoffrey Wijn (53) staan zo’n 500 schilderijen maar vind je ook meubels, jassen, schoenen en een scooter die tot kunstobject zijn gemaakt. Het meeste plezier haalt Wijn uit zijn live art. ‘Daar heb ik een hele show omheen gebouwd. Je hebt alleen maar dít moment en dat maak ik zo leuk mogelijk.’

Hoe ontdekte jij jouw talent?

‘Eigenlijk ben ik mijn hele leven al kunstenaar. Vroeger op school hadden we van die leren schooltassen en het was hip om die met pen te versieren. Ik kon leuke dingen tekenen dus iedereen vroeg mij iets op hun tas te tekenen. Ik ben altijd met tekenen bezig geweest maar heb de exacte opleiding bouwkunde gedaan. Toen een vriend mij meevroeg naar de open dag van de kunstacademie, zag ik direct: dit is mijn ding. Toch koos ik ook daar voor een exacte studie: architectonische vormgeving.’

Je bent dus ook architect?

‘Klopt, ik ben van origine interieurarchitect en heb mijn eigen architectenbureau gehad in Roosendaal. Ik heb mooie projecten mogen doen, zoals destijds het interieur van de St. Jan. Na een fusie met een bedrijf in Oisterwijk vond ik het werk steeds minder leuk worden. Mijn baan bestond vooral uit het managen van mensen en ik was daardoor steeds minder met het creatieve vak bezig.’

Hoe ben je kunstenaar geworden?

‘Voor opdrachtgevers maakte ik vaak schilderijtjes die ik cadeau deed na een oplevering bijvoorbeeld. Dat vond ik heel leuk en ging op een gegeven moment een eigen leven leiden. Steeds meer mensen vroegen om schilderijtjes en ik verdiende er een lekker bedrag aan. Ik besloot verder te gaan met het maken van kunst.’

Wat vind je het allerleukste aan je werk?

‘Het allerleukste vind ik om live een schilderij te maken en daar heb ik ook een show omheen gebouwd. Mijn live art show is een combinatie van de Lama’s, Hans Klok en The Blue Man Group. Het improviseren, een showelement en de onverwachte materialen of ondergronden waarop ik mijn kunst maak. Het idee ontstond toen iemand die een workshop bij me volgde uitnodigde voor zijn 50ste verjaardag.  Hij gaf een groot feest een wilde dat ik voor zijn gasten ter plekken een schilderij maakte. Na een tijdje werd ik benaderd door stichting Free a Girl waar mijn live art geveild werd en voor meer dan €10.000 werd verkocht. Dat platform zorgde voor landelijke bekendheid.’

Mijn live art voor stichting Free a Girl gaf mij landelijke bekendheid

Geoffrey Wijn

Mensen kunnen in jouw workshops ook zelf aan de slag. Kun je daarover wat vertellen?

Voor de live art shows moet ik oefenen. Er is souplesse en snelheid nodig en daar moet je voor oefenen. Dat deed ik eerst alleen, maar kwam op het idee om dat samen met mensen te gaan doen, in workshopvorm. De workshops zijn dus eigenlijk mijn trainingen voor live art shows. Maar ook tijdens de workshops ga ik voor resultaat. Ik wil iemand blij naar huis sturen met een wow-resultaat. Het is juist ook voor mensen die niet kunnen tekenen, ik help daarbij, teken de eerste slag. De workshop is geslaagd als deelnemers blij naar huis gaan.’

Waar haal jij je inspiratie vandaan?

‘Mijn werk is een verhalenvertelling van dingen die ik meemaak. Alle schilderijtjes gaan over mij, mijn vrienden, vrouw, kinderen. Ook al zijn ze als zodanig niet herkenbaar, ik weet het. Roosendaal komt niet in mijn werk voor qua gebouwen, maar wel in de vriendschappen. Wat ik superleuk vond was dat ik in 2017 gevraagd werd een schilderij te maken voor de Neutbon. Dat werd een ontwerp met de St Jan en een dansende Tullepetaon. Iedere keer als ik een biertje bestelde, keek ik met trots naar mijn werk. Als het om een Neutbon gaat dan hebben de meeste Roosendalers mijn kunst in handen gehad.’
 

Hoe omschrijf jij jouw stijl?

‘Ik vind dat ik een eigen stijl heb. Mensen die mijn werk voor het eerst zien leggen vaak de link met Herman Brood. Vroeger vond ik dat vreselijk, als kunstenaar wil je dat niet horen. Maar hij was mijn grootste inspirator. In de loop der jaren heb ik een ontwikkeling doorgemaakt en er mijn eigen stijl van gemaakt. Ik noem het neo-popart, voornamelijk omdat anderen een stijl graag in een hokje stoppen.’

 

Herman Brood was mijn grootste inspirator

Geoffrey Wijn

Andere ongekende verhalen

Om deze webapp aan je beginscherm toe te voegen, tik op het delen-icoon en kies 'Zet op beginscherm'. Om deze webapp aan je startscherm toe te voegen, open het menu en kies 'Toevoegen aan startscherm'.